Afgelopen vrijdag vertrok V5 in alle vroegte naar Ieper, voor de jaarlijkse geschiedenisexcursie. Helaas was er wat file, waardoor we iets later dan gepland arriveerden bij het museum ‘In Flanders Fields’. Hier wachtte Wouter, onze gids, ons op voor een introductie over de Eerste Wereldoorlog. Terwijl Wouter levendig vertelde over de ontwikkeling van oorlogspropaganda, uniformen en wapens aan de ene geschiedenisklas, bezocht de andere klas de expositie, waarna de groepen wisselden.
Na een korte lunch gingen we de bus weer in voor een tour met drie tussenstops. Eerst bezochten we een loopgraaf, daarna brachten we een bezoek aan twee grote oorlogsbegraafplaatsen. De Duitse begraafplaats bij Langemark en de Engelse Tyne Cot Cemetery.
Langemark is onder andere zo bekend geworden vanwege de zogeheten ‘Mythe van Langemark’. Duitse soldaten zouden hier (na meerdere mislukte pogingen) een offensief hebben ingezet onder het luidkeels zingen van ‘Deutschland, Deutschland über alles’. Het verhaal haalde de kranten en zou vele jaren later een bron van inspiratie (en vaderlandsliefde) vormen voor Hitler.
Op de plaats waar duizenden soldaten begraven liggen, las Wouter een indrukwekkend ooggetuigenverslag van de veldslag voor, dat een ander licht werpt op de mythe:
’s Middags kwamen we in actie. Je weet wel, op de gewone manier: Stormen, die kant op, looppas! We wisten niet wie tegenover ons lag en waar we waren. En we zagen alleen lege velden. We wierpen ons op de grond en schoten, zoals wij het geleerd hadden: recht uit! Misschien raakten we iemand. Tot dat moment had onze artillerie geen schot afgevuurd. Nu kwam er van achteren iets aangesist, en vlak voor onze linie slaan twee granaten in. Ik denk bij mezelf, nu zullen ze het vuur wel verleggen. Daar komen de volgende schoten: vlak achter de linie. Vervloekt! Denk ik. Er wordt geschoten, en goed ook. “Hé daar, jij” hoor ik iemand brullen. “Ren naar achteren naar de artillerie! Die schiet op ons!”
Over de zompige akker strompelt iemand in doodsangst naar achteren. Schot na schot jaagt onze artillerie in onze linie. “Hoornblazer!” brult de stem weer. Is er dan geen hoornblazer? Blazen! Dat ze merken dat wij het zijn!” Een paar aarzelende tonen klinken, dan stokt het. Van voren fluiten de kogels van de vijand. Van achteren dreunt onze artillerie. “Zing!” brult de stem “zing Deutschland, Deutschland über alles!”. Twee, drie iele stemmen begonnen te zingen. Dan kwamen er meer bij. We zongen immers voor ons leven! Maar we lagen op onze buik en – pats-boem! sloegen de granaten in. Elke inslag benam ons de adem. Ik brulde zo hard ik kon. Maar onze artillerie hoorde er niets van. Die schoot en schoot. De gewonden jammerden. Hier en daar begon het gezang weer, steeds hopelozer: Deutschland, Deutschland über alles.
Sindsdien heb ik het lied nooit meer gezongen!
Op Tyne Cot brachten we onder andere een bezoek aan het graf van een soldaat wiens ouders (onder zijn naam en sterfdatum) een tekst hadden laten graveren die misschien wel de kortste samenvatting vormt van de hele oorlog:
Sacrificed to the fallacy
That war can end war
Na de indrukwekkende tour gingen we terug naar Ieper voor de avondmaaltijd. Even voor achten verzamelden we weer bij de Menenpoort. Hier wordt nog iedere avond de ‘Last Post’ gespeeld om de slachtoffers van de oorlog te herdenken. Ook worden er kransen gelegd. Een sobere, maar indrukwekkende ceremonie, die veel indruk maakte. Nog een beetje stil van alle indrukken zocht iedereen zijn plaatsje in de bus weer op. Tijdens de lange thuisreis kwamen de tongen echter weer los. Al met al was het niet alleen een leerzame dag, maar ook een indrukwekkende én een gezellige dag.